‘Kakellied’

Mevrouw Kets
Goedemorgen, juffrouw Sijp
Kijk, wat ik niet goed begrijp
Is waarom hij  zo’n leven gaat staan maken
En dat zo midden in de nacht
Als je zoiets niet verwacht
Ik had ervan mesjogge kunnen raken
Ooooooooooooooh, ooooooooooooooh

Foto: Marco Reeuwijk

Ratti
Ik haat geroddel en ik haat gekwek,
Als ik die wijven zo hoor kletsen wordt ik gek!
Ik haat gekakel en ik haat gezeur,
Ik kan echt niet met die vrouwen door één deur.
Ooooooooooooooh, ooooooooooooooh

Juffrouw Sijp
Maar natuurlijk, mevrouw Kets
Dat is echt geen loos geklets
Ik heb heel bang een tijdje liggen rillen
Ik hoorde echt niet wat het was
Dus ik moest gelijk een plas
En wist niet of ik huilen moest, of gillen
Ooooooooooooooh, ooooooooooooooh

Ratti
Ik haat getetter en ik haat gebep
Ze denken zelf ’t is belangrijk, maar ’t is nep
Ik haat geleuter en ik haat gelul
De ene helft is onzin en de rest is flauwekul!
Ooooooooooooooh, ooooooooooooooh

Juffrouw Sijp
Hoorde u dat trouwens ook
Dat gejammer van een spook
Ik weet niet goed hoe ik het moet verwoorden
maar het wordt toch echt te zot
Hij maakt onze buurt kapot
Hij leek wel iemand buiten te vermóórden

Mevrouw Kets
Het is waar, u hebt gelijk
En als ik het zo bekijk
Zou hij in een bejaardenflatje horen
Want daar weet men vast wel raad
Met een man die kindjes haat
De stilte wordt een feest voor onze oren
Ooooooooooooooh, ooooooooooooooh
Ooooooooooooooh, ooooooooooooooh

Ratti
Ik haat gekakel, ik haat gezeur,
Ik kan echt niet met die vrouwen door één deur.
Ik haat geroddel, ik haat gekwek,
Als ik die wijven zo hoor kletsen wordt ik gek!

Menu